Narcissen en tulpen kennen we allemaal. Maar er zijn nog veel meer mooie bollen die ons straks een heel vrolijk voorjaar kunnen bezorgen. En u kunt ze nu nog planten!
Wat en wanneer?
Heel vroeg bloeiende voorjaarsbollen, zoals sneeuwklokjes, winterakonieten en sterhyacinten (Scilla) plant u het best in september-oktober. De meeste bollen kunnen in de periode van half oktober tot half november de (pot)grond in. Sommige soorten, zoals de wat later bloeiende sierui (Allium), prairielelie (Camassia) en keizerskroon (Fritillaria imperialis), kunt u zelfs nog tot medio december planten, mits het niet vriest.
Waar?
De meeste bollen houden van droge of in ieder geval goed doorlatende grond, anders gaan ze rotten. Kijk op het etiket of ze een zonnig of schaduwrijk plekje willen. Verwilderingsbollen als sterhyacinten, anemonen en het lelie-achtige knolgewas Erythronium houden bijvoorbeeld van een plekje onder een boom of aan de voet van een struik.
In de border kunnen: sneeuwklokje, tulp, narcis, krokus, blauw druifje, sneeuwroem (Chionodoxa), Anemone blanda (wit en blauw), hyacint, sterhyacint (Scilla), knikkende vogelmelk (Ornithogalum nutans), zomer- of lenteklokje (Leucojum), sierui (Allium) en prairielelie (Camassia). Zet ze tussen de vaste planten, zodat de afstervende bladeren en bloemstengels in het voorjaar vanzelf aan het oog worden onttrokken.
U kunt ook bolletjes in het gazon planten. Strooi bijvoorbeeld krokussen, narcissen en sterhyacinten uit over het gras en plant ze op de plek waar de bollen terecht komen; dat geeft een mooi natuurlijk effect.
Wilt u tulpen, narcissen, (ster)hyacinten, blauwe druifjes of laag blijvende sieruien in een pot planten? Zorg er dan voor dat er een gat in de bodem zit en bekleed de binnenkant van de pot met een laag noppenfolie, om het risico van bevriezing te beperken. Zet de pot of bak op een beschutte plek, tegen de gevel van het huis of tegen de schuur of schutting.