Bijen zijn zeer nuttige insecten; ze zorgen voor de bestuiving van tal van gewassen. Helaas gaat het de laatste jaren helemaal niet goed met de bezige beestjes. Hetzelfde geldt voor de vlinders. We kunnen onze tuin heel makkelijk bij- en vlindervriendelijk maken.
Tips voor een bijenparadijs
1. Honingbijen leven voornamelijk van stuifmeel en nectar. Zorg in de tuin voor bloeiende inheemse planten vanaf het prille voorjaar tot laat in de herfst.
Nectar- en stuifmeelrijke planten:
- Vaste planten en kruiden: aster, bijenkorfje, campanula, ereprijs, goudsbloem, guldenroede, hemelsleutel (Sedum), kattenkruid (Nepeta), kogeldistel (Echinops), lavendel, marjolein, ooievaarsbek (Geranium), tijm, zonnehoed (Rudbeckia)
- Eenjarigen: cosmos, Nigella, korenbloem, slangenkruid, vingerhoedskruid, zonnebloem
- Klimplanten: kamperfoelie, klimhortensia en klimop
- Struiken: alle bessenstruiken, heide, hondsroos, lijsterbes
- Bomen: esdoorn, fruitbomen, linde, Robinia, tamme kastanje, wilg
2. Vermijd het gebruik van chemicaliën en pesticiden
3. Houd de tuin zo natuurlijk mogelijk, snoei afgestorven planten pas in het voorjaar, want de holle stengels bieden de bijen in de winter een warme slaapplek. Hetzelfde geldt voor afgevallen takken en bladeren
4. Hang een bijenhuisje of insectenkastje op.
Tips voor een vlinderparadijs
1. Er zijn veel echte vlinderplanten, zoals de vlinderstruik (Buddleja). Plant ze in de volle zon, want vlinders hebben de zon nodig om energie op te doen.
Vlinderplanten: guldenroede, lavendel, koninginnekruid (Eupatorium), rode valeriaan, sierui (Allium), ijzerhard (Verbena). Niet geliefd, maar wel noodzakelijk als voer voor de rupsen van heel veel vlindersoorten: brandnetels.
2. Er zijn ook vlinders die voedingstoffen halen uit rottend fruit, dus laat wat oude afgevallen appels of peren liggen.
3. Hoogteverschillen tussen planten zorgen ervoor dat vlinders makkelijk hun weg kunnen vinden en creëren vaak ook beschutte plekjes, waar vlinders graag gebruik van maken.